Gisteren moest ik even naar het nabij gelegen winkelcentrum fietsen en toen besloot ik, onder de indruk van het prettige weer, om er een klein tochtje door het (soort van) natuurgebied in Alphen bij toe te voegen. Hiermee bedoel ik het gebied rond de Zegerplas (het kunstmatig aangelegde meer) en de golfbaan. Danig overrompeld door hoe de herfst dit prachtig kleurde, borrelde er een gedicht annex songtekst bij me op. Dit is het resultaat.
Jute
Ik fiets langs de dijk
Die het dorp van de snelweg scheidt
Voor het eerst sinds lange tijd
Dat het zo mooi herfst
De bomen ademen
In en uit, blazen de bladeren
Het bruggetje, het veerooster
Ongerept is het niet
Maar als het fietspad krult
Bij het beekje zo stil
En het geloei van de koeien
Opstijgt boven de haarspeldbocht
Dan ben ik daar niet rouwig om
In de verte een meisje
Diep weggezonken in de muziek
Haar blik ziet niet wat mijn blik ziet
De zon op de Hooglanders
Nee, haar blik ziet
School, werk, haar ouders, maar niet
Het wuivende gras of de lucht witblauw
Het meer van azuur
Glinstert zo kalm
Eigenlijk een meertje van niks
Behalve
Als het zo mooi herfst
Vader en zoon en een bootje
Liters en liters water
Zonder concurrentie
Ze leggen aan bij moeder
Dit pakt ze hen niet meer af
Een stel omhelst zo verliefd
Bij de parkeerplaats
En de Chinees bakt stug
Zijn Foe Yong Hai
En ziet niet
Dat het zo mooi herfst
Ik stuur naar rechts
Het pad naar de huizen
De bladeren knisperen verlegen
Als ze schuiven onder mij
Een man met sigaar
Een jonge vrouw, kind in de buggy
Ik houd zelfs van het gat waarin ik woon
Als het zo mooi herfst
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Prachtig. Dat je zo'n dromer kunt zijn en tegelijkertijd zoiets moois kan bedenken.
Ah, cool om zoiets te lezen wat op je omgeving slaat. Alles komt me bekend voor. Echt leuk!
Een reactie posten